Hoe meet je een pan? Complete gids + tips

Heb je een nieuwe pan nodig, zoek je een passend deksel of wil je weten of jouw pan geschikt is voor een kookplaat of oven? Dan is het handig om te weten hoe je een pan moet meten. Veel mensen vragen zich af: meet je nu de bovenkant, de onderkant of inclusief handvat?

In dit artikel leggen we stap voor stap uit hoe je de maat van een pan bepaalt, wat het verschil is tussen diameter en inhoud, en geven we handige tips en tabellen.

Waarom moet je de maat van een pan weten?

De maat van een pan is belangrijk voor:

• Deksel kopen: je hebt de exacte binnendiameter nodig.

• Kookplaatgebruik: sommige kookplaten (vooral inductie) werken beter als de pan de juiste bodemmaat heeft.

• Recepten volgen: kookboeken geven vaak de inhoud of maat aan.

• Vergelijken: pannen worden aangeboden in verschillende standaardmaten (bijv. 24 of 28 cm).

Diameter vs. inhoud

• Diameter (cm): dit is de meest gebruikte maat en wordt gemeten aan de bovenkant van de pan, van binnenrand tot binnenrand.

• Inhoud (liter): geeft aan hoeveel vloeistof of eten er in de pan past. Dit kun je meten door de pan met water te vullen en dit met een maatbeker af te lezen.

 Belangrijk: handvatten, oren en deksel tellen nooit mee in de officiële maat.

Stap-voor-stap: zo meet je een pan

1. Gebruik een liniaal of meetlint
   Meet altijd in centimeters voor de diameter.

2. Meet de bovenkant van de pan
   Leg het meetlint of liniaal van de binnenrand aan de ene kant naar de binnenrand aan de andere kant. Dit is de officiële maat.

3. Meet niet de bodem
   De onderkant is vaak kleiner dan de bovenkant, maar bepaalt niet de officiële maat.

4. Controleer de markeringen
   Sommige pannen hebben de maat al op de bodem of aan de binnenkant staan. Toch handig om dit te controleren.

5. Optioneel: inhoud meten
   Vul de pan met water en giet het in een maatbeker. Dit geeft de inhoud in liters.

Veelvoorkomende maten per soort pan

• Steelpan: 14, 16 of 18 cm

• Koekenpan: 20, 24, 26 of 28 cm

• Soep-/kookpan: 20, 22 of 24 cm

• Braadpan: 24, 26 of 28 cm (populair voor stoofvlees: 26 cm)

• Wok: 28 of 30 cm

Speciale aandacht: pannen en kookplaten

• Inductie: de bodemmaat is belangrijk. Als de pan te klein is voor de kookzone, wordt hij niet goed herkend.

• Gas: vrijwel alle maten werken, maar een te kleine pan kan instabiel zijn.

• Keramisch & elektrisch: een passende bodemmaat zorgt voor betere warmtegeleiding.

 Tip: controleer altijd in de handleiding van je kookplaat welke maten aanbevolen worden.

Veelgemaakte fouten bij het meten van een pan

❌ De buitenkant meten inclusief handvatten → dit klopt niet.
❌ De bodemdiameter meten in plaats van de bovenkant → dat geeft een te kleine maat.
❌ Het deksel meten → de dekselmaat is gelijk aan de panmaat, maar je meet altijd de pan zelf.

Conclusie

Een pan meet je door de diameter aan de bovenkant van de binnenrand tot binnenrand te bepalen. Dit is de officiële maat in centimeters. Voor de inhoud vul je de pan met water en lees je dit af in liters. Zo weet je precies welke deksel, kookplaat of accessoire geschikt is.