Inductie adapter plaat

Wat is een inductie-adapterplaat (inductieplaat)?
Wanneer je kookt op inductie heb je doorgaans pannen nodig waarbij de bodem magnetisch is (roestvrij staal, gietijzer, of een speciale magnetische laag). Heb je oude pannen die niet inductie-geschikt zijn (bijv. aluminium of koper zonder magnetische bodem), dan kun je een inductie-adapterplaat gebruiken. Deze plaat wordt tussen de inductiekookplaat en je pan geplaatst: de inductie verwarmt de adapterplaat, en de warmte wordt via die plaat doorgegeven aan de pan.
Een goede adapterplaat is meestal van gietijzer of een andere materialencombinatie (RVS/inox en aluminium) die voldoende magnetisme en warmtegeleiding biedt.
Hoe werkt een inductie-adapterplaat in de praktijk?
1. Inductieopwarming via magnetisch veld
De inductiekookplaat genereert een wisselend magnetisch veld onder de kookzone. Dit veroorzaakt wervelstromen (eddy currents) in magnetisch geleidend materiaal, waardoor het materiaal zelf opwarmt.
De adapterplaat fungeert als magnetisch geleidend “middenstuk”: het wordt door de inductie zelf verwarmd, en vervolgens levert het deze warmte aan de pan die erop staat.
2. Warmtegeleiding naar de pan
Na opwarming door het magnetische veld werkt de adapterplaat als een tussenlaag: hij moet de hitte efficiënt overbrengen aan de pan. Daarom zijn een goede thermische geleiding en een goede contactvlak tussen plaat en pan belangrijk.
3. Efficiëntieverlies
Let op: er is altijd enig verlies, omdat je twee materialen hebt (plaat én pan). De adapterplaat moet daarom hoogwaardige materialen gebruiken en goed contact maken om warmteverlies te minimaliseren.
Belangrijke voorwaarden voor goede werking
Om optimaal resultaat te krijgen, moet je letten op een paar cruciale voorwaarden:
-
Grootte van de onderkant van je pan
De onderkant van je pan (de bodem) moet niet veel groter zijn dan de diameter van de adapterplaat of andersom: de adapterplaat moet min of meer even groot zijn als de bodem van je pan, zodat het contactvlak maximaal is. Een te grote overdrachtsovergang (een kleine pan op een grote adapterplaat) kan warmteverliezen veroorzaken. -
Maat van de adapterplaat ten opzichte van de inductie-zone
De adapterplaat moet idealiter ongeveer dezelfde grootte hebben als de inductiekookzone waarop je ‘m gebruikt. Als je een inductieplaat hebt met zones van bijvoorbeeld 18 cm diameter, dan moet de adapterplaat niet véél kleiner of groter zijn. Is de adapterplaat te klein ten opzichte van de magneetspoel, dan vangt hij de energie niet optimaal op; is hij te groot, dan kan er inefficiëntie ontstaan aan de rand. -
Dikte en materiaal van de adapterplaat
De adapterplaat moet dik en robust genoeg zijn om warmte vast te houden en goed door te geleiden, zonder snel te vervormen. Gietijzer is een populair materiaal omdat het relatief goed warmte vasthoudt en stabiel is. -
Vlakke onderzijde / goede pasvorm
De onderkant van de adapterplaat (die tegen de inductie komt) moet vlak en egaal zijn, zodat hij goed contact maakt met het glasoppervlak van de kookplaat. Oneffenheden kunnen hotspots, slechte warmteoverdracht of krassen veroorzaken. -
Gewicht / stabiliteit
Een wat zwaardere adapterplaat zorgt voor betere stabiliteit (minder kans dat de pan schuift) en vaak ook betere warmtecontacten.
Voordelen en beperkingen
Voordelen
-
Je hoeft je oude pannen (die niet magnetisch zijn) niet weg te doen; je maakt ze opnieuw bruikbaar op inductie.
-
Voor speciale pannen (zoals aardewerk, tajine, klei, etc.) die vaak lastig te maken zijn inductie-geschikt, biedt de adapterplaat een oplossing.
-
Duurzamer: je hoeft niet direct al je pannen te vervangen.
Beperkingen / aandachtspunten
-
Er is een verlies in efficiëntie (en daarmee wat langere opwarmtijd).
-
Bij hoge vermogens / snelle opwarming kan spanning ontstaan tussen plaat en pan.
-
Niet alle pannen werken even goed: erg lichtgewicht pannen of pannen met bolle bodems kunnen problematisch zijn.
-
Let op slijtage: als de contactvlakken krassen krijgen, gaat de warmteoverdracht achteruit.
Praktische tips bij gebruik
-
Begin op lagere stand
Laat de adapterplaat langzaam opwarmen in plaats van abrupt op hoge stand te gaan: dit voorkomt thermische schokken. -
Gebruik passende combinaties
Zorg dat pan en adapterplaat goed passen qua maat – zowel in diameter als in vlakheid. -
Controleer regelmatig de contactvlakken
Hou de onderkant van de pan en de bovenkant van de adapterplaat schoon, vlak en vrij van vuil of oneffenheden. -
Voorkom krassen op de kookplaat
Omdat de adapterplaat hard is, kun je krassen veroorzaken op het glas als je ‘m schuift. Til liever op bij verplaatsen. -
Vermijd oververhitting van gevoelige pannen
Speciale pannen (zoals met coating) reageer je voorzichtig op hoge temperatuur. De adapterplaat kan extra warmte opstapelen.
Is het precies de inductiepunt, of moet je iets er over heen?